konijn

 


Mannetje = rammelaar of ram
Vrouwtje = voedster  

Waar komen konijnen voor:  

Ze leven in de vrije natuur, liefst op zandgronden.Ze zitten graag in half open landschappen tussen de struiken.. bossen of tussen struiken Het is oorspronkelijk afkomstig uit Spanje. Ze wonen in grote groepen ook kolonies genoemd.

Ze graven een doolhof van gangen en vluchtpijpen.  De ondergrondse holen worden "wrangen” genoemd.

De woonruimte is de "ketel”, is gegraven door de vrouwtjes. Op de ketel komen een paar "pijpen” uit. Jonge konijntjes worden in speciale gangen geboren die "wentel” heet. Mama konijn bekleed dit met haren uit haar buikvacht. Hoe langer ze er wonen hoe meer pijpen en holen ze hebben kunnen maken.  

  

Grootte en uitzicht.  

Ze zijn 30 tot 45 cm groot en wegen 1 tot 2 kg .. Zijn oren zijn 7 cm . Lang.  Staartlengte 4 tot 8 cm De achterpoten van een wild konijn zijn langer dan dat van een tam konijn omdat hij sneller moet lopen. Vacht is bruin gespikkeld van kleur. .De buik en onderkant van de staart is wit. Door de bruine kleur vallen ze minder op. Ze hebben dezelfde kleur als hun woonplaats. Zo kunnen ze zich beschermen tegen roofdieren. Ze hebben scherpe snijtanden die blijven doorgroeien.

Voedsel  

Ze eten vooral gras, planten, schors en twijgen van jonge struiken. Er zit voldoende sap in hun eten en daarom moeten ze niet veel drinken.  In sommige landen zoals in Australië is er een echte konijnenplaag omdat ze het gras van het vee opeten.  Een konijn eet best harde dingen om zijn tanden te slijten anders worden ze te lang.. Het wild konijn is ook een kleine dief. Als hij kort bij de boer woont gaat hij soms sla, wortelen,  kool en andere groenten stelen. Meestal komen ze pas tegen de avond of  ’s nachts buiten om te eten dan worden ze minder vlug betrapt.  

Voortplanting  

Paartijd van februari tot oktober.Een mannetje mag met veel vrouwtjes paren. Vrouwtje maakt bedje van gras en haartjes uit haar buikvacht. Dan krijgt ze 5 tot 12 jongen en dit ongeveer 5 maal per jaar. Een vrouwtje kan wel 40 tot 50 jongen per jaar krijgen.

De kleintjes worden na 1 maand geboren. De jongen zijn naakt en blind en doof. Ze wegen 50 gram .(= ongeveer 8 suikerklontjes)  Ze hebben een donker blauwgrijze kleur. Een tam konijn is roos van kleur bij de geboorte.  

Na 3 dagen begint de vacht te groeien.  Oogjes gaan open na 10 dagen. Na 2 weken komen de oren overeind. Na 5 weken zorgen ze voor zichzelf. Na 6 weken wegen ze 350 gram .  

Voortbeweging  

Het konijn huppelt. Het kan tot 40 km per uur lopen door hun lange achterpoten. Een tam konijn kan niet zo snel lopen.  

Zoogdieren  

Een wild konijn is een zoogdier. Ze behoren tot de familie van de haasachtigen.  Het heeft warm bloed en het lichaam is bedekt met haren. Een konijn is ook een knaagdier.  

Gevaren  

Het wilde konijn heeft veel vijanden: de vos, wilde kat, marters, lynx, arenden en andere roofvogels, slangen en de wolf. Een groep wilde konijnen heeft een stuk land snel kaal gegeten. Hierdoor wordt er veel op hun gejaagd. Normaal maakt een konijn geen lawaai tenzij ze bang of boos zijn. Dan gillen ze of trommelen hard met de poten op de grond om mekaar te waarschuwen.

Levensduur  

Het kan 8 tot 10 jaar worden. Jammer genoeg worden de meeste konijntjes maar 1 tot 2 jaar.




De wildbeheereenheid is de vereniging van lokale jachthouders en jagers die uitvoering geeft aan verantwoord en duurzaam wildbeheer.